Naar Arles
In 2002 bezochten we Arles voor de eerste keer. Het was op 14 juli en, hoe is het mogelijk in deze streek en periode, een donkere, winderige en regenachtige dag. Niet zo vreemd dus om deze prachtige stad nogmaals te bezoeken en opnieuw te verkennen onder een stralend blauwe hemel in maart. In 2002 waren we vooral gericht op Vincent van Gogh die vanaf februari 1888 in Arles verbleef. In de 15 maanden die hij hier woonde schilderde Vincent er ruim 300 doeken, waaronder 'De brug van Langlois', 'Het gele huis', 'De Sterrennacht', 'Het portret van zijn vriend de postbode Poseph Roulin', 'De Arlésienne', 'De tuin van het Hôtel Dieu' en natuurlijk het overbekende 'Café la Nuit', Veel van zijn 'schilder-plekken' zijn te bezichtigen en zijn opgenomen in de stadswandeling die we maakten via de capitool gids Frankrijk. Ook het toeristenbureau geeft folders uit met thematische rondleidingen. De ligging aan de Rhône maakt Arles tot een toegangspoort naar de Camarque. De vele Romeinse invloeden zijn prachtig bewaard gebleven en deze kom je dan ook veelvuldig tegen tijdens de wandeling. Het 'Espace van Gogh' bijvoorbeeld is het voormalige hospitaal waar Vincent van Gogh in 1989 werd verpleegd. Het complex is nu gewijd aan zijn leven en zijn werk. De tuin, zoals door Vincent geschilderd, ziet er nog precies het zelfde uit als op zijn bekende werk 'De tuin van het Hôtel Dieu'. De wandeling voert je daarna naar de Place de la République. Het plein wordt omringd door een aantal mooie gebouwen met in het midden de Peru-fontein uit de 17e eeuw. In het mooie museum aan de west-zijde van het plein troffen we een bijzondere tentoonstelling van Paco Gomez met beelden en schilderijen. Erg apart en bijzonder, evenals de locatie. Aan de oost-kant van het plein ligt de 'Eglise St.-Trophime' uit de 12e eeuw. In het portaal zijn beelden van heiligen en apostelen uitgesneden. Ze stellen het 'Laatste Oordeel' voor. De kerk is van binnen imposant en sober met aan het einde een oud klooster. Het stadhuis aan de noordzijde van de Place de la République heeft een bijzonder mooie hal. Het is een erg stijlvolle ruimte. We vervolgden onze route naar een Romeins theater, 'het Théâtre Antique'. Het theater bood destijds plaats aan 12.000 toeschouwers. De stenen van dit voormalige fort werden later gebruikt voor andere gebouwen. De overgebleven zuilen worden 'de twee weduwen' genoemd. Een ander theater in Arles is de Arena. Dit Amfitheater werd, evenals het Romeins theater, al in de 1e eeuw gebouwd maar er is in de tussen liggende periodes veel aan veranderd. Er vinden nog steeds stierengevechten plaats en een aantal traditionele feesten zoals het feest van de stad Arles, de Gardians en de Feria du Riz. We vonden het Amfitheater iets minder indrukwekkend ten opzichte van de Arena in Nîmes maar toch alleszins de moeite van een bezoek waard. Natuurlijk is in Arles nog veel meer te zien zoals een bezoek aan het Museum Arlaten, gesticht door dichter Frédéric Mistral en geheel gewijd aan de Provence of het Paleis van Constantijn, ooit een groot keizerlijk paleis. Wij zijn op zoek gegaan naar de Place du Forum voor een drankje op een terras. Hier bevindt zich ook het door Vincent geschilderde Café la Nuit. Moe maar voldaan hebben we toch nog even het bruggetje dat Vincent op doek zette bezocht. De locatie van de brug is even buiten Arles aan de D36 richting Port-St.-Louis. Ongeveer 100 meter verwijderd van de oorspronkelijke brug werd een identiek bruggetje gereconstrueerd. Vincent van Gogh hield van deze streek evenals zijn vriend Paul Gauguin. Ze droomden er van om een atelier de Midi op te richten. Dankzij de Fondation Vincent van Gogh is die droom verwezenlijkt en talrijke kunstenaars brengen tegenwoordig in de 'Fondation' in het 'palais de Luppé' een hulde aan de grote meester. Een echte 'van Gogh' zul je in Arles niet vinden en dat is jammer. Gelukkig spreekt de stad Arles voor zich en is een bezoek meer dan waard.